Alle kaartjes liggen omgekeerd op tafel. Een speler trekt een kaart en geeft deze aan een andere speler. Deze dicteert het woord dat op het kaartje staat. De leerling schrijft het woord op. Wanneer de speler het correct schrijft krijgt hij/zij het kaartje. Als een speler boem trekt dan zal hij al zijn punten terug in het spel moeten leggen. Wanneer een speler win trekt dan mag hij dit kaartje houden als extra punt.